Bij gevechten in het zuiden van Afghanistan zijn de afgelopen week 150 opstandelingen gedood door internationale strijdkrachten. Honderden gezinnen zijn het gebied in Garmser in de provincie Helmand ontvlucht.
Onder de doden aan de kant van de rebellen bevinden zich volgens Afghaanse functionarissen Arabieren, Tsjetsjenen, Pakistanen en Oezbeken.
Er wordt gevochten in het district Garmser in de zuidelijke provincie Helmand. Hier is onlangs met pas gearriveerde versterkingen uit de Verenigde Staten door de NAVO-ISAF-veiligheidsmacht een groot offensief begonnen.
Ongeveer 1200 families zijn intussen voor het geweld gevlucht uit Garmser en de provincie Helmand voor het offensief van de ISAF. (Veel burgers uit Garmser gevlucht voor offensief van de ISAF)
Ze worden opgevangen in Lashkar Gah en Kandahar in een vluchtelingenkamp en worden gesteund door de Afghaanse regering en de Verenigde Naties.
Volgens waarnemers laten de Amerikanen er geen gras over groeien. Eerder dit jaar beschuldigde de Amarikaanse minister van defensie Robert Gates NAVO landen ervan dat ze in Afghanistan niet weten hoe ze een opstand aan moeten pakken.
De VS vroegen vergeefs om extra soldaten van de bondgenoten maar die werden niet geleverd. Ze besloten toen zelf 3.200 extra troepen te sturen die meteen een offensief zijn gestart.
Volgens verslaggevers kent Afghanistan de bloedigste periode sinds het bewind van de Taliban eind 2001 uit het zadel werd geworpen. Vorig jaar kwamen er 8.000 mensen om in het al tientallen jaren door oorlog en burgeroorlog verscheurde land.